Stroomlevering na 2030 niet zeker

ElsmanVoor u gelezen

Na 2030 dreigt stroomtekort: de overheid rekent op de markt, maar experts slaan alarm.

De leveringszekerheid van het Nederlandse elektriciteitsnet komt na 2030 onder druk te staan, waarschuwen landelijk netbeheerder Tennet en energiebedrijf Engie. De vraag naar regelbaar vermogen neemt sterk toe, terwijl het aanbod afneemt. Dit bevestigt de zorgen die Glastuinbouw Nederland al langer heeft. “In het klimaatbeleid is de ­leveringszekerheid niet geborgd.”

Nederland wordt voor de energievoorziening steeds afhankelijker van zon en wind. Omdat die niet altijd beschikbaar zijn, moeten deze worden aangevuld met regelbaar vermogen. Dit bestaat vooral uit gascentrales, kolencentrales en stroom uit het buitenland – vooral fossiele opwek dus. Ook batterijen kunnen er iets aan bijdragen.

Het probleem is dat het aandeel regelbaar vermogen afneemt, terwijl de vraag hiernaar juist toeneemt. Kolencentrales zijn in Nederland vanaf 2030 verboden. Gascentrales krijgen het steeds moeilijker door de hoge gasprijs en het lage aantal draaiuren. En stroom uit het buitenland heeft het nadeel dat een dunkelflaute vaak tegelijk in buurlanden optreedt.

Nederland heeft een regelbaar vermogen nodig van 13 GW. Dat zal toenemen naar 23 GW in 2033, verwacht Tennet. Het aanbod zal echter dalen naar 9 GW, of naar 7 GW in een ongunstiger scenario.

Minister doet weinig

De verantwoordelijkheid voor de leveringszekerheid van energie ligt bij de minister van Klimaat en Groene Groei (KGG). Wat doet zij hier aan? Vooralsnog weinig. ’De inzet van het kabinet is erop gericht om het risico te beperken op het verregaand vrijwillig terugbrengen van het stroomverbruik en tijdelijk zeer hoge schaarsteprijzen voor een deel van de aangeslotenen’, schreef minister Sophie Hermans in een Kamerbrief in december 2024. Simpel gezegd: als er een tekort is aan stroom, dan moet de klant maar het licht uitdoen of zijn portemonnee trekken.  

Dit is niet de goede aanpak, waarschuwt een recent rapport van energiebedrijf Engie. “De overheid vertrouwt volledig op de markt”, zegt Hans van Cleef, hoofd energie-onderzoek bij adviesbureau Publieke Zaken Energy Research & Strategy. Hij heeft samen met bureau Quo Mare het rapport geschreven. “De overheid wil pas ingrijpen als er in 2033 problemen ontstaan. Maar dat is te laat. Wil je in 2033 gasturbines aanschaffen, dan zit je met een levertijd van zeven jaar. Waarschijnlijk nog langer, want tegen die tijd zal de markt grotendeels zijn ingezakt. Het wordt dan best lastig om de schade binnen enkele jaren te repareren.”

Van Cleef ziet het rapport als een uitnodiging aan de overheid, om het gesprek aan te gaan hoe het regelbaar vermogen in stand kan blijven. Wkk is daarbij onderdeel van de oplossing, mits het commercieel aantrekkelijk blijft. “Als die capaciteit weg valt, dan hebben we met zijn allen een probleem.”

Voor sommige energiebedrijven is deze onzekerheid reden om investeringsbeslissingen in Nederland voorlopig uit te stellen. De Duitse energiereus Uniper bijvoorbeeld was van plan om na 2030 honderden miljoenen te investeren in verduurzaming van de Nederlandse energiemarkt, maar die plannen gaan nu de ijskast in.

Capaciteit achter de hand

Het verdienmodel voor regelbaar vermogen staat sterk onder druk door de heffingen op fossiele brandstoffen. “Ons voorstel is om capaciteit achter de hand te houden”, zegt Van Cleef. “Omringende landen doen dat ook; daar betaalt de overheid energiebedrijven om regelbaar vermogen beschikbaar te houden. Je zou verwachten dat Nederland dit ook zou doen in meer of mindere mate. Maar onze overheid doet niets.” Minister Hermans heeft recent aangekondigd een sectordeal met de glastuinbouw te willen sluiten.

Wat Van Cleef vooral kwalijk vindt, is dat er niet wordt gecommuniceerd over de maatschappelijke kosten van stroomuitval. “Ik proef vaak in gesprekken met ministeries dat men er weinig geld aan wil uitgeven. Het kost inderdaad geld. Maar als het straks fout gaat, dan zullen de maatschappelijke kosten nog veel hoger zijn. Dit rechtvaardigt ruimschoots een ’verzekeringspremie’ voor een capaciteitsmarkt.”

Hij noemt als voorbeeld de stroomuitval in Spanje en Portugal. “Er was blinde paniek. De kosten daarvan zijn geschat op €400 miljoen. Dat is een lage schatting, maar stel dat het zo is. Dit bedrag is vergelijkbaar met het bedrag dat nodig is om een jaar lang de capaciteitsmarkt op orde te hebben.”

“De discussie is ook: wil je CO2-neutraal of fossielvrij zijn? CO2-neutraal betekent dat je een beetje fossiele brandstoffen mag blijven gebruiken voor regelbaar vermogen, waarbij je de CO2 onder de zee opslaat. Als je totaal geen fossiele brandstoffen meer wil gebruiken, dan kost dat tientallen miljarden euro’s per jaar extra. Voor de CO2-reductie in de atmosfeer maakt het geen verschil.”

Zorgen bevestigd

“De overheid laat onderzoek doen naar capaciteitsmechanismen”, zegt Tim van Dijk, woordvoerder van het ministerie van KGG. “Dit is bedoeld om zo nodig maatregelen te nemen.” Dergelijke maatregelen zijn al gauw kostbaar, voegt hij eraan toe. “Maar de overheid neemt dit serieus.”

Alexander Formsma, energiedeskundige bij Glastuinbouw Nederland, is hierdoor echter niet gerust gesteld. Hij ziet zijn zorgen door de rapporten bevestigd. “Hoe heeft de overheid de leveringszekerheid geborgd in haar klimaatplannen? ­Helemaal niet. Er zijn allerlei maatregelen vastgesteld om de CO2– emissie terug te dringen, zoals extra heffingen op aardgas, maar er is niet gekeken welk effect die hebben op de leveringszekerheid. Het klimaatbeleid is een eiland.”

Bron: Gfactueel

#stroomlevering #stroomtekort #electriciteitsnet #klimaatbeleid #energievoorziening #energie #wkk #co2neutraal #co2reductie #brandstoffen #glastuinbouw